Bestsellerauteur Judith Fanto is bezig haar tweede historische roman af te ronden.
Bron: Brummens Nieuws
Judith Fanto is deze week de schrijver in de rubriek pennenlikkers over schrijvers in de gemeente Brummen, die aan het woord komen. Marita Klein probeert alle schrijvers in onze gemeente op te sporen en ze interviewen.
Judith Fanto schreef in 2020 “Viktor”, gebaseerd op de lotgevallen van haar familie. Het boek speelt zich af in Wenen, in de eerste helft van de 20e eeuw en in Nijmegen, waar Geertje (de tweede hoofdpersoon) aan het eind van de 20e eeuw woont. “Viktor” werd uitgegeven in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Rusland.
Sinds 2021 in Oeken
Judith is, met haar gezin, in 2021 in Oeken komen wonen, vanuit Apeldoorn. “Ik schrijf, elke dag, zeer gedisciplineerd in de woonkamer. Met elk boek ben ik ongeveer vijf jaar bezig. Voor er een letter op papier staat, heb ik de opbouw van het boek helemaal uitgedacht en dan begint het schrijven. Ik weet precies welke scène op welke plaats in het boek komt.”
“Ik wilde graag naar de School voor de Journalistiek, maar mijn ouders vonden dat ik een vak moest leren. Dat werd rechten, al had ik ook wel arts willen worden. Ik heb lang gewerkt als jurist bij verschillende instellingen. Voor dat werk is goed schrijven ook belangrijk.
Als kind wist ik al, dat ik schrijver wilde worden. Ook dat het eerste boek zou gaan over de lotgevallen van mijn Joodse familie. Het is een historische roman met psychologische kenmerken. Viktor is mijn oudoom en heeft echt bestaan, maar ik heb me wel enige dichterlijke vrijheid gepermitteerd.”
Publicatie tweede boek in 2025
“Het tweede boek ben ik aan het afronden en wordt in februari 2025 gepubliceerd. Dit boek heeft geen joods thema, maar speelt wel in Wenen en deels in Haarlem. De presentatie van het boek zal waarschijnlijk in Haarlem plaatsvinden en daarna ga ik er mee op tournee in binnen- en buitenland.”
“Ik heb al wel een idee voor een derde boek. Maar eerst ga ik genieten van het contact met de lezers van mijn tweede roman. Daar doe ik het tenslotte voor!”