Komm nicht aus unserem Mund…

Komm nicht aus unserem Mund,
Wort, das den Drachen sät.

’s ist wahr, die Luft ist schwül.
Vergoren und gesäuert
schäumt das Licht
und überm Sumpf
hängt schwarz der Mückenflor.

Wort
sei von uns
freisinnig, deutlich, schön.
Gewiss muss es ein Ende nehmen,
sich vorzusehn.

Komm, Gunst aus Hauch und Laut.
Befestig diesen Mund,
wenn seine Schwachheit uns
entsetzt und hemmt.

Komm und versag dich nicht,
da wir im Streit
mit so viel Übel stehen,
eh Drachenblut
den Widersacher schützt.
Fällt diese Hand ins Feuer,
mein Wort
errette mich.

 

Ingeborg Bachmann

 

Vertaling door Christiaan Niewold:


Kom niet uit onze mond...

Kom niet uit onze mond,
Woord, dat de draak zaait.

't is waar, 
de lucht is benauwd.
Gegist en gezuurd
schuimt het licht
en boven het moeras
hangt zwart een rouwsluier van muggen.

Woord
wees van ons
vrijzinnig, duidelijk, mooi.
Zeker moet er een eind komen,
aan je zo in acht te nemen.

Kom, gratie uit adem en klank.
Versterk deze mond,
wanneer zijn zwakheid ons
ontzet en remt.

Kom en stel je niet beschikbaar,
daar we strijden
tegen zoveel kwaad,
en drakenbloed toch al
de tegenstander beschermt.
Mocht deze hand in het vuur vallen,
mijn woord
moge mij redden.

 

Vertaling door Heleen de Weger:


Kom niet ons uit de mond

Kom niet ons uit de mond,
woord, dat de draak uitzaait.

’t Is waar, de lucht is zwoel.
Vergist en verzuurd
schuimt het licht
en boven het moeras
hangt zwart een tapijt van muggen.

Woord
wees van ons
vrijzinnig, duidelijk en mooi.
Want zeker moet een einde komen
aan het voorzichtig zijn.

Kom, gunst uit adem, klank.
Versterk toch deze mond
als ons zijn zwakheid
angst aanjaagt en hindert.

Kom en faal dan niet
omdat wij in de strijd
met zoveel onheil leven,
voordat het drakenbloed
de tegenstander zal beschermen.

Valt deze hand in ’t vuur,
mijn woord
moge mij redden.