eerst wist niemand wat we moesten zien
misschien was het de leeggewaaide hemel
van het koelste blauw
of waren het de ruimtevaarders in het ziekenhuis
was dit de straf voor veel te veel verlangen?
het gevaar was in ons ademen en op onze handen
ons samenzijn een risico
medemensen bronnen van besmetting
of was het allemaal geënsceneerd?
ons vertrouwen in elkaar ging op de helling
terwijl de zon hoog boven land steeg
haar harde licht liet schijnen
en bossen beken bronnen snel verdroogden
wist iedereen wel wat we moesten doen
onze zieken stervenden en borelingen
moesten binnen achter schermen blijven
voor hun veiligheid
om iemand aan te kunnen raken namen we een hond
en hiermee was de vraag gesteld:
wat betekent het om mens te zijn?
mens zijn is nooit weten hoeveel dagen er nog voor je staan
mens zijn is de dagen achter je te kennen
ze rekken zich tot weken maanden jaren tot het is gedaan
maar voor het zover is schuift vader tijd na elke nacht
opnieuw een blanke dag naar voren
wat kun je anders dan uit je donker kruipen en opnieuw beginnen?
mens zijn is de mogelijkheid een kring te vormen
rondom iets van waarde
iets dat weerloos is van louter schoonheid
menszijn is het voorrecht van verbeelding
met rode verf een dag te kleuren
een melodie te horen in de stilte
een pen te dopen in een wilde kracht
een tuin met bloemen vol te planten
een dans een glans een kind te brengen
om de wereld heel te maken
want tegen liefde is nog geen vaccin
tegen liefde begint niemand iets
© Marije Verbeeck
Geschreven ter gelegenheid van de opening van de expositie Landschappen en Bastions in Huis te Eerbeek
en aldaar voorgedragen op 16 juli 2021