Mijn persoonlijke verhaal

I
In mijn familie is een brief bewaard.
Een brief uit Amsterdam, met vulpen ondertekend.
De inkt is niet verkleurd, zoals ook hoop
niet verjaart wanneer de laarzen komen.

Ik kreeg hem van mijn oom. In potlood
had hij op de envelop de datum
en het tijdstip van ontvangst geschreven:
vrijdag 25-4 ‘41, 10.45.
Want kleine dingen doen ertoe
als haat en angst gaan leven.

De brief was van de Joodse tandarts Bremer-Joosten;
zij mocht met ingang van 1 mei alleen voor Joden werken.
Dus dankte zij voor het vertrouwen in de afgelopen jaren.
En mocht zij met zijn goedvinden
de röntgenfoto’s en gegevens zorgvuldig overdragen?

De inkt is niet verkleurd, haar laatste zin
spreekt van persoonlijke herinnering en vriendschap
en is ten slotte krachtig ondertekend.
Het poststempel vermeldt:
Elke bosch- of heidebrand
is verlies voor stad en land.’
Alsof wij daarvoor vreesden.

II
Ik was in Buchenwald en dwaalde door een kelder
waar ooit de stapels lijken lagen.
De slachtbank blonk met helderwitte tegels,
de bloedgoot was er niet verkleurd.
En ja, ik was geschokt om zo de mens te zien.

Buiten in de lentezon was er een gids die inzicht bood
in het systeem van sterren, driehoeken en strepen.
Ze zei: ‘Vergis u niet, er was zelfs onderling,
dus tussen de gevangenen, een strikte hiërarchie.
Zigeuner, communist, verzetsstrijder of crimineel,
ook zij verachtten iedere homo, elke Jood.
Samen in dezelfde hel maken we nog verschil.’

Toen ging er in mij nog iets dood.

III
Hoe spreekt men over ons
als wij verhalen zijn?
Ook in mijn hart leeft minachting en angst
voor hen die anders zijn
Van wie ik niet mag zijn. Ik zal hen –

Er is maar weinig nodig,
de beul in ons blijft niet lang klein.

Of kan ik, durf ik, wil ik
samen zoeken naar de kern die ons verbindt?
Pas dán zullen we vrijheid schrijven
met kracht van onverkleurde inkt.

 

Laurens Hoevenaren, dorpsdichter van de gemeente Brummen
Voorgedragen op 4 mei 2017 ter gelegenheid van de 4 mei herdenking in de Oude- of Sint-Pancratiuskerk te Brummen